Münchhausen by proxy en
de ervaringen van rechercheur H. van de Keuken :

Hieronder de tekst van een gegeven presentatie op 8 oktober 2008:

 

"Mijn naam is Henny van de Keuken en ben 20 jaar werkzaam geweest als rechercheur bij de Nederlandse politie.  Ik heb twee onderzoeken geleid naar strafbare feiten die waren gepleegd door een persoon die vermoedelijk 'leed' aan het syndroom van Munchhausen by proxy. In beide gevallen betrof het een moeder die haar kind iets had aangedaan. Daarnaast heb ik in een aantal zaken, waarbij het leek, dat de verdachte aan het syndroom 'leed', geadviseerd.

In Nederland zijn dus kennelijk nog niet veel strafrechtelijke onderzoeken gedaan naar feiten die zijn gepleegd door personen die 'lijden' aan het Munchhausen by proxy syndroom.

Je kunt je afvragen hoe dat komt. Is het syndroom soms niet bekend bij, onder andere, huis- en kinderartsen? Wil justitie geen onderzoeken instellen?

Het is volgens mij een combinatie van deze en een aantal andere factoren.

Wordt het syndroom in de wereld van de geneeskunde niet onderkend? Zeker wel. Er zijn huisartsen en ook kinderartsen die wel inzien hoe het komt dat een bepaald kind zo vaak op consult komt. Ook verpleegkundigen hebben wel in de gaten dat een kind anders reageert als de verdachte (moeder) aanwezig is en dat er kennelijk iets aan de hand is. Zij hebben echter te maken met hun geheimhouding en worden daarnaast wettelijk beschermd door een verschoningsrecht. Het gevolg hiervan is dat er geen melding wordt gedaan bij justitie. Dus geen strafrechtelijk onderzoek. Veelal probeert een arts het zelf op te lossen door met de dader en de familie in gesprek te gaan. Eén van de voorgestelde oplossingen is dat de verdachte in therapie gaat. De slechtste vorm is wel het doorsturen van de patiënt naar een andere arts, waardoor het probleem wordt verplaatst en de verdachte niet wordt tegengehouden, en het kind kan blijven mishandelen.

Daarnaast zijn de daders zeer inventief. Als een arts te veel vragen stelt en de “verdachte”  in de gaten heeft dat er wordt getwijfeld aan het voorgestelde ziektebeeld, vertrekt men zelf naar een andere arts. Het zogenaamde shoppen.

Als er al eens een strafrechtelijk onderzoek wordt ingesteld, komt het voor dat betrokken personen uit de wereld van de geneeskunde niet willen meewerken als getuige, in verband met de eerder genoemde geheimhouding en verschoning. Dan wordt het bewijzen van de strafbare feiten moeilijk.

Daarnaast gaan de advocaten pleiten voor gehele- of gedeeltelijke ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte. Dit wordt gedaan, omdat er wat betreft de geestelijke gesteldheid van de dader nog weinig bekend is. Het syndroom is nog niet als een ziekte erkend.

In de twee door mij onderzochte strafrecht zaken heeft één verdachte bekend en heeft de andere verdachte ontkend. De strafzaak tegen de bekennende verdachte is door het openbaar ministerie voorwaardelijk geseponeerd. Eén van de gestelde voorwaardes was dat de verdachte zich gedurende een bepaalde tijd onder behandeling moest stellen. Zij was voor aanvang van het onderzoek al vrijwillig onder behandeling.

De andere verdachte is in eerste aanleg door de rechtbank schuldig bevonden en in hoger beroep door het gerechtshof vrijgesproken. De vrijspraak was naar mijn idee mede het gevolg van de ondeskundigheid van de betreffende raadsheren ten aanzien van Münchhausen by proxy. 

Dat er in de USA en Engeland meerdere strafrechtzaken tegen daders zijn gevoerd ligt in het geldende rechtssysteem dat daar heerst. Daar zijn de artsen verplicht om justitie in kennis te stellen als zij kennis dragen van een strafbaar feit, ook als dit is begaan door een persoon die zij als arts behandelen."

Verder naar: 'Overlevenden'