Dit keer in de Rooskleurig in de rubriek sub rosa: Dorpsdichter Marcel Vaandrager.
Ik zond mijn gedicht in voor de NDP-Prijs, (de Nederlands Dichters Podium Prijs) en ontving een
bevestiging van de heer Marcel Vaandrager, Dorpsdichter van de 5 dorpen van Werkendam. Dorpsdichter? In Nederland?
In deze eeuw? Ik zag meteen een middeleeuwse man voor me met een tuniek over zijn maillot en op zijn hoofd een
baret met een veer. In zijn armen de luit waarop hij zijn gedichten luister bijzette, zo'n soort troubadour die
hier bij ons in het zuiden van Frankrijk zo'n zeshonderd jaar geleden rondtrokken. Trobar is het Franse patois voor
'vinden'. En in les Pays d'oc, (het zuiden van Frankrijk waar Occitaans gesproken wordt) betekent het 'bedenken'.
Dus een troubadour is een bedenker of (uit)vinder van woorden. Zou Marcel Vaandrager ook met luit zijn gedichten
voordragen en hoe word je in hemelsnaam Dorpsdichter in deze eeuw? Tijd om het Marcel zelf te
vragen.
Marcel, Dorpsdichter. Vertel. Hoeveel Dorps- en Stadsdichters kent Nederland?
In 1993 werd de eerste Stadsdichter in Venlo aangesteld. Pas in 2001 volgde de tweede van Nederland en wel in
Dordrecht. Inmiddels zijn er dit jaar 58 dorps- en Stadsdichters. Een van de eisen is dat je officieel door
college van B&W aangesteld moet zijn.
Bijna 60 toch nog! Is het een beroep dat recentelijk weer in ere is hersteld, of is het altijd blijven
bestaan?
Je doelt wellicht op de vroegere tijden van Joost van den Vondel? Ja en nee. Sinds de Gouden eeuw waren er
dichters zoals Van den Vondel die verhaalden of dichtten over de gang van zaken in hun stad of regio. Soms was dit
een verheerlijking, maar meest een kritische noot; denk maar eens aan Het Geuzenvesper. Hierin spreekt Joost van
den Vondel behoorlijk zijn verontwaardiging uit. Deze vrije geesten wilden vrij blijven zonder verplichtingen en
wilden dus in geen geval een verbintenis met een bestuurlijk orgaan zoals de overheid. Er zijn altijd wel dichters
gebleven die schreven over het wel en wee van de eigen omgeving. Met de (gelukkig) toenemende aandacht voor poëzie
van de afgelopen jaren nam ook de behoefte voor erkenning toe. In mijn geval wil ik af van het misverstand dat
dichters eigenlijk per definitie ‘watjes’ zijn. Ik had om diezelfde reden al een hele tijd geleden het gedicht ‘Wel
dichter, maar geen watje’ geschreven, maar als je in Nederland (en ik geloof ook in België) officieel
aangesteld bent, word je ineens door velen serieus worden genomen. En wie wil dat nou niet, serieus genomen worden
met datgene wat je het liefst doet?
Ja, dat wil iedereen natuurlijk. Ben je echt in dienst van de gemeente en dus ambtenaar en is het een
parttime baan?
Nee, ik ben niet aangesteld als ambtenaar en dus ook niet in dienst van de gemeente. Ik ben en soort
freelancer. In mijn geval kan een wethouder of de burgemeester mij vragen een gedicht te maken, of ik kan op eigen
initiatief een gedicht maken. We hebben afgesproken dat een gedicht in zijn geheel wordt geaccepteerd of niet wordt
geaccepteerd. In een ingediend gedicht wordt niet geschrapt of dingen veranderd. Zo behoud ik mijn vrijheid.
De ware vrije geest van de dichter dus. Hoe ben jij ertoe gekomen Dorpsdichter te willen worden?
Ik maakte al gedichten in opdracht van de gemeente voor echtparen die 60 (!!) jaar getrouwd waren. Jaha, dat
zijn er hier toch gemiddeld zo’n 17 per jaar.
Daarnaast maakte ik voor de gemeente gedichten voor speciale gelegenheden, zoals de Veteranendag. Nadat ik
meermaals werd aangekondigd als de Dorpsdichter van Werkendam, heb ik maar gevraagd of ze dat officieel wilden
maken.
Dat hebben ze vanaf 1 juli dit jaar dan gedaan. Wat was je beroep ervoor en wat houd je Dorpsdichterswerk nu
in?
Die ‘1 juli’ is vooral gekozen omdat ik dan dit jaar mee kon doen met een aantal evenementen voor Stadsdichters,
zoals de landelijke Stadsdichtersdag in september in Lelystad. Ik ben de eerste officieel aangestelde Dorpsdichter
van Werkendam, maar officieus hadden we er al eentje. Tijdens de komende Nieuwjaarsreceptie van de gemeente wordt
afscheid genomen van de huidige en word ik gepresenteerd als de nieuwe Dorpsdichter van de dorpen van Werkendam
(Sleeuwijk, Werkendam, Nieuwendijk, Hank en Dussen).
Er zijn plannen voor de aanleg van een nieuwe industriehaven, uitbreiding van woonwijken, upgraden van
winkelgebieden en ga zo maar door. Genoeg om over te schrijven/dichten dus.
Je bent dichter, schrijver en uitgever. In die volgorde?
Op mijn site staat ergens ‘Een mens is vele dingen’. Dat geldt ook voor mij.
Tja, ….. een volgorde? Ik ga het proberen …. Op literair vlak ben ik op de eerste plaats dichter; al sinds de
middelbare school. In die hoedanigheid schrijf ik gedichten en organiseer ik maandelijks een dichterspodium en geef
ik gastlessen in examenklassen van middelbare scholen in de regio en op basisscholen (omdat de jeugd de toekomst
heeft en jong geleerd is oud gedaan).
Daarnaast schrijf ik columns (zie bijvoorbeeld: www.echwelrotterdams.nl/category/columns/marcel-vaandrager/ ).
Het uitgeverschap is eigenlijk uit nood geboren. Ik heb zo veel slechte bundels gezien die in eigen beheer waren
uitgegeven bij bedrijven waar de spreekwoordelijke ‘digitale schoenendoos’ werd gedrukt (of geprint), zonder te
kijken naar stijl- en taalfouten, lay-out, inhoudsopgave of wat dan ook, dat ik zelf maar een kleine uitgeverij
voor dichters ben begonnen. Dat is erg veel werk en het levert bijna niets op, maar ik vind het belangrijk dat
dichtbundels er qua inhoud en uiterlijk gelikt uitzien. Ook daarmee promoot ik de poëzie en maak het voor dichters
haalbaar om een mooie bundel uit te geven met een harde kaft en leeslint tegen een betaalbare prijs. Bij het
samenstellen van een bundel worden alle gedichten in overleg met de dichter tegen het licht gehouden om te zorgen
dat er een mooi eindproduct ontstaat.
Daarnaast ben ik organisator van evenementen op het vlak van Kunst en cultuur. Kijk maar eens rond op mijn eigen
site (www.marcelvaandrager.nl ) wat ik zoal doe.
Dat heb ik gedaan en daar las ik dat je als projectleider bij de ROTEB voor Schoon, Heel en Veilig de
bedenker van het Tweedehands Warenhuis bent geweest. Werk je nog steeds bij de ROTEB naast dorpsdichten, uitgeven
en schrijven?
Nee, ik werk niet meer, alhoewel ik heel veel uren meer maak dan toen ik nog werkte. Lang geleden toen ik ging
werken heb ik mij voorgenomen om uiterlijk op mijn 57e te stoppen met werken om daarna de dingen te doen die ik
belangrijk vind. Ik ben onlangs 57 geworden en werk al een jaar of vier niet meer. Toen ik nog wel werkte had ik,
naast mijn baan bij de Roteb ook nog een eigen bedrijf, zodat ik 7 dagen per week werkte. Ja, je moet wat over
hebben voor een vervroegde eindstreep, zeker in deze tijd!
Vervroegd naar de eindstreep, op zoek naar vrijheid. Tuniek, baret met veer, luit; gaat de vergelijking met
troubadour op? Zing je je gedichten wel eens?
Eind 2012 heb ik meegedaan aan een wedstrijd waarbij een bestaand gedicht op muziek gezet moest worden. Samen
met een muzikant hebben we een mooi lied gemaakt. Dat viel niet mee! De dichters onder ons weten dat gedichten
vooral ‘ingedikte’ taal zijn. Nou, bij een lied is dat nog eens zo veel ingedikt.
De finale was in het Zuidpleintheater in Rotterdam. En wat denk je? Ga ik zo maar met de eerste prijs naar
huis!!
Hé, dat is leuk. Gefeliciteerd. Zijn er gelegenheden waarbij je in troubadourkostuum gaat?
Ik heb wel een Middeleeuws kostuum dat ik bij bijzondere gelegenheden aantrek. Bij de Kunstroute Dussen heb ik
geheel in stijl het gehele weekend in dat pak in het kasteel van Dussen gelopen en voorgedragen. Op de binnenplaats
hingen ook een paar gedichten van mij, afgedrukt op een achtergrond van 1,20 meter x 2,10 meter van fotografe Irene
Damminga. Onderstaande foto bij Fort Altena had ik ook het pak aan en poseer ik bij zo’n mooie foto van Irene met
mijn gedicht erop.
Dat ziet er toch wel heel mooi uit zo in dat pak! Mooi ook je gedicht op die foto. Heb je je hele leven al
gedichten geschreven en kun jij je jouw eerste gedicht nog herinneren?
Nou, niet mijn hele leven, hoor. Ik ben op de middelbare school begonnen. Er was in die tijd een sneldichter
(Willy Alfredo) en ik dacht: Wat leuk, dat moet ik toch ook kunnen”. Ik ben gaan oefenen en heb een paar jaar
schoolagenda’s volgeschreven met limericks. Later toen ik was uitgelimmerickt, ben ik aan het serieuze werk
begonnen en dat doe ik nog. Ik was trouwens afgelopen zaterdag 30 november de gehele dag ingehuurd door de
bibliotheek van Zoetermeer als sneldichter; was wel weer effe leuk!
Gedichten die jij voor jezelf schrijft, zijn, zo las ik op je site, om beter te begrijpen wat jij beleeft en
denkt. Ik herken dat, zo schrijf ik ook, is dichten een therapie voor je?
Therapie is wel een erg zwaar woord, hoor. Wanneer je dingen opschrijft gebeurt er in je hoofd tegelijkertijd
een soort ordening van zaken. Daardoor worden zaken dingen soms logischer, zonder dat je het er mee eens hoeft te
zijn. Doordat ik kritisch ben hoe ik zaken opschrijf, wordt alles eerst van alle kanten bekeken voor ik het aan
papier toevertrouw. En wat is begrip nou meer dan dat je het ook van de andere kant probeert te bekijken?
Daarnaast schrijf ik erg veel over dingen die ik tegenkom, mooi vind (of juist niet) en de dagelijkse dingen.
Je kunt niet alles in een gedicht kwijt, daarom schrijf ik ook met regelmaat columns.
Hoeveel gedichten schrijf je per dag, week, maand?
Jeetje, dat is een lastige vraag! Soms niets, regelmatig wel en soms veel. Ik weet wel dat ik inmiddels weer een
paar honderd gedichten heb en dus hoognodig weer een eigen bundel moet gaan uitgeven.
Ik durf wel toe te geven dat schrijven voor mij een verslaving is, soms zelfs een obsessie. Hoe ervaar jij
dat?
Dichten is een deel van mij; het hoort bij mij. Ik heb altijd, waar ik ook ga of ben, altijd een HB potlood en
papier bij mij. In de auto, maar ook op mijn nachtkastje en het zal niet de eerste keer zijn dat ik de auto op de
vluchtstrook zet om even een paar woorden op te schrijven. Ik heb geleerd dat onthouden niet werkt.
Vroeger werd ik wel eens wakker met een mooie zin of alleen maar een mooie combinatie van woorden. Half slapend
dacht ik dan: “ Dat weet ik morgen nog wel”, maar dat is niet zo!! Dus als ik wakker wordt neem ik potlood en
papier mee naar de badkamer om te schrijven en als ik daar langer dan een paar minuten sta weet ik inmiddels dat ik
naar beneden moet gaan. Ik zit dan soms uren beneden om te werken aan een mooi gedicht. Als ik daarna dan weer
tevreden en wel naar boven ga lijkt het wel of ik in die korte tijd die ik nog slaap ZO goed slaap dat ik mijn
‘verloren nachtrust dubbel en dwars inhaal. En volgens mij is dat ook zo.
Droom je op rijm?
Nee hoor, zo erg is het nou ook weer niet, ha ha.
Welk gedicht uit jouw Dorpsdichterscarrière is je het dierbaarst?
Het gedicht dat ik geschreven heb bij het overlijden van Prins Friso. Hij had, zoals dat heet, een minimale
staat van bewustzijn. Ik heb in de loop der tijd verschillende onderzoeksresultaten gelezen die onderschrijven dat
zo’n patiënt wellicht meer registreert dan men aanneemt. Ik heb mijzelf de vraag gesteld: Wat zou Friso als laatste
hebben willen zeggen?”.
|
|
|
|
Losgelaten in de sneeuw
‘k Heb losgelaten in de sneeuw.
Verscheurd verstrikt geraakt
tussen alles en niet
aan de nachtzijde van de schemering.
‘k Ben steeds ver dichtbij geweest
en zou weer
een koninkrijk loslaten
voor innige aanraking
warmte
koon tegen koon voelen.
Waar ik bijna was
ga ik heen
met nog meer pijn.
‘k Was er eigenlijk al.
© Marcel Vaandrager
www.marcelvaandrager.nl
|
|
|
|
|
|
Tot mijn verbazing is het gedicht nadat ik het op Facebook had gezet (na overleg met mij, want er zit © op)
gepubliceerd in de media.
Men vond het dus een mooi gedicht. Het gedicht is in feite een heel oude vorm van het NOS-journaal. Daterend
van nog voor de boekdrukkunst, vertelde men het nieuws rond op deze manier want omdat het rijmde, kon men
makkelijker het verhaal onthouden. Rijmen jouw gedichten?
Ik kan me zo voorstellen dat toenmalige dichters zich niet graag lieten vergelijken met de stadsomroeper, want
dat was toch een hele andere tak van sport.
Mijn meeste gedichten rijmen niet, want evenals veel in het leven valt er weinig te rijmen. Ik maak wel gebruik van
alliteratie, tussenrijm en dat soort dingen. Dat vind ik mooi klinken, maar mensen ervaren dat vaak niet als
rijm.
Ik heb in 2013 sporadisch meegedaan aan gedichtenwedstrijden en het verbaasde mij hoeveel dichtwedstrijden
er zijn en nog meer over hoeveel deelnemers er zijn. Ik dacht dat het gedicht dood was en men in Nederland alleen
met sinterklaas nog dichtte, maar het tegendeel blijkt waar. Is het gedicht weer meer in opkomst volgens jou en
komt dat mogelijk door het rappen?
Ik denk dat het dichten weer toeneemt en dat het meer en meer geen ‘elitesport’ meer is. De mens is ontwikkelder
dan vroeger en door de anonimisering van de maatschappij willen mensen toch een eigen geluid laten horen. Daardoor
ontstaan er ook nieuwe uitingen zoals rappen. Ik kom regelmatig rappers tijdens mijn optredens tegen en ik voel wel
wat voor de stelling dat de rap een soort gedicht is.
Daarentegen is de dichterswereld een kleine markt, want hoeveel dichters kent een gemiddelde inwoner nou binnen
zijn netwerk? Het zijn er wel meer dan men denkt, want ook voor dichters geldt dat er nog velen niet uit de kast
zijn gekomen; zonde!
Er lopen dus meer dichters rond dan wij denken. Jij zet je enorm in voor de Nederlandse poëzie, wat vind je
belangrijk aan poëzie?
Poëzie is een mooie manier om je te uiten en ik heb gemerkt dat het mij en anderen een goed gevoel geeft. Dit
geldt zowel voor de dichters als voor de lezers. Met regelmaat krijg ik de reactie van lezers dat een bepaald
gedicht een feest van herkenning is. Dat ik het kennelijk zo heb opgeschreven dat ze er wat aan hebben. Daar
worden de lezer en ik blij van. Door meer mensen hiermee in aanraking te brengen vergroot ik het palet aan
mogelijkheden om mensen in deze jachtige tijd even bij zichzelf te laten komen.
Ik zag op je site dat je “Gedichten Op Maat ©” maakt. Wat een leuk initiatief. Vertel daar eens wat
over.
Ik help mensen om zaken (en dat kan echt overal over gaan) op papier te zetten op een manier zoals ze zelf ook
graag hadden gekund. De uitdaging elke keer is om een gedicht te maken wat helemaal aansluit bij de verwachting die
iemand er van tevoren bij had. Op mijn site staat hoe het proces in zijn werk gaat, want het gaat nu te ver om dat
helemaal te beschrijven.
Hé, gers! Jij drinkt je bakkie ook met een kaakie erbij en 's avonds eet je krootjes. Je bent een
Rotterdammer, ech wel. Ik hoorde het tijdens de live-uitzending van de prijsuitreiking van de Nederlands
DichtersPodium-Prijs, die jij organiseerde, waarvoor ik genomineerd was. (Leuk trouwens, dat je zwaaide naar me)
Een Rotterdammer in hart en nieren lees ik in alle columns die je over Rotterdam geschreven hebt, maar wat doe je
dan in Werkendam, of all places?
Nou, da’s een lang verhaal, maar de liefde heeft mij naar Werkendam gebracht.
Ambieer je het om Rotterdams Stadsdichter te worden?
Nee hoor, dat ambieer ik niet en volgens mij moet je trouwens woonachtig zijn in de plaats waar je wordt
aangesteld.
Laatste vraag: zou je nog een gedicht met ons willen delen? En heb je een gedicht in het
Rotterdams?
Het gedicht is niet echt in het plat Rotterdams, maar vooruit dan maar.
|
|
|
|
Rotterdam
Roots in Rotterdam, trots op Rotterdam
Da’s gewoon hetzelfde, alleen dan op zijn Engels’ geschreven.
Ben dus Rotterdammer.
Geboren en getogen,
gepokt en gemaaseld.
Waar ik ook ben, na enkele woorden;
Je komt zeker uit Rotterdam?
Ja, toch? Nou dan.
We hebben de Vaanweg, de Vaandragerdreef en het Vaanplein.
Als je dan ook nog Vaandrager heet, ben je dan Rotterdammer of niet soms?
Ech wel!
|
|
|
|
|
|
En zo is het maar net! Marcel Vaandrager hartelijk dank voor deze inkijk in het leven van de Dorpsdichter van de
5 dorpen van Werkendam.
Voor meer gedichten van Marcel Vaandrager Dorpsdichter van De 5 dorpen van Werkendam, zie zijn site www.MarcelVaandrager.nl waar ook gedichtbundels te bestellen zijn.
|