Fragment uit
'Het verborgen paleis van Narada'
 


 

Info  Wedstrijddeelnemers   Achterflap  Fragment  Persbericht  Recensies  Reacties

 

 

DE FAKIR

 

Natasja loopt melig een paar stappen achteruit op de Willem Tellstraat in Antwerpen. Ze trekt Harald baldadig aan zijn arm achter zich aan. Weer bij de openstaande deur aangekomen, giechelt ze: 'Waar zag ik ze nou ? Daar!' Enthousiast wijst Natasja naar twee rijkbeschilderde, houten olifanten die in een gang staan. De rood met gouden rugdekjes springen in het oog, maar de gouden kroontjes op hun koppen vallen nog meer op. 'Die ogen, kijk dan! Die slurfjes, schatti-' Natasja's adem stokt en ruw grijpt ze naar de arm van haar broer. Geschrokken gebaart ze naar een tafeltje met een fluwelen kussen waarop sieraden uitgestald liggen. Haar hand trilt hevig als ze wijst naar twee kettinkjes. De hangers aan de gouden schakels liggen te glimmen op het kussen. Tussen allerlei Indiase houtsnijwerkjes, kitscherige afbeeldingen van de Taj Mahal en beeldjes van goden met veel te veel hoofden ziet Harald niet zo snel wat zijn jongere zusje bedoelt. Ietwat geërgerd om haar kinderachtige gedoe trekt hij met een driftige beweging zijn arm los. 'Wat zie je dan?'

'Daa-haaar, die hangers!' zegt ze, ongeduldig op en neer bewegend met haar vinger.

Na enig speurwerk ontdekt hij wat ze aanwijst. Op een tafeltje in de gang van een huis liggen twee bizarre hangers. Direct houden ze zijn aandacht vast. Natasja is inmiddels van haar meligheid genezen en beiden staren ze gebiologeerd naar de kettingen.

Wauw, wat glanzen ze mooi!' © Leroy Skalstad

'Toch heb ik het gevoel dat ze oud, heel oud, moeten zijn,' meent Harald. Hij stapt de gang in en buigt zich voorover om de sieraden beter te kunnen bekijken. Herfstbladeren die in de gang binnengewaaid zijn, breken onder zijn schoenzolen. De hangers, of misschien meer bedeltjes, zijn goudkleurig en hebben een heel apart baksteenmotiefje. Er zijn geen diamanten of andere sierstenen ingezet, alleen een gouden, driehoekig plaatje dat wel wat weg heeft van een afgebrokkelde muur. De twee hangers lijken op elkaar, toch als je goed kijkt, zijn ze niet helemaal hetzelfde. De ene heeft een minuscuul gaatje in het midden van de afgebrokkelde muur. De andere heeft zo'n zelfde gaatje onder aan in het muurtje.

Alsof de betovering ineens wordt verbroken, kijken Natasja en Harald elkaar tegelijkertijd aan. 'Hoe lang is het geleden?' vraagt Harald. Zijn gezicht staat bezorgd.

'Weet ik niet, eh drie maanden?' peinst Natas bijtend op haar onderlip.

'Was dit 'm?' Als zijn zusje niet antwoordt, dringt hij met haast in zijn stem aan: 'Was dit hem, Natasja?' Hij pakt met twee handen haar schouders en schudt haar een keer als om haar te laten ontwaken uit haar verstarring. 'Natasja van Gelderen, was dit de ketting uit je droom?'

Schuchter knikt Natasja. Ze voelt een onverklaarbare zenuwachtigheid in haar maag opkomen. Onzeker kijkt ze weg van haar grote broer.

Plotseling een beetje emotioneel trekt Harald zijn zusje troostend tegen zich aan. 'Zullen we dan maar een verkoper vragen?' vraagt hij wat schor.

Ze knikt en loopt voor hem uit de gang in. Haar stappen kraken luid, veel te luid, op de verzamelde dode herfstbladeren.

Hadden ze nog even achterom gekeken, dan hadden ze gezien dat aan de overkant van straat een oude man hen peinzend bekeek vanuit de speelgoedwinkel In den Olifant

 

Harald sluit de deur achter hen. Ze moeten hun ogen laten wennen aan de schemer in de gang. Achterin bij een gesloten paneeldeur hangt slechts een enkel peertje. Stof danst in de banen schaars daglicht die door de vieze ruitjes van die deur naar binnen vallen. Het ruikt muf in de gang, naar schimmel en iets van natte aarde. Ondanks de slechte verlichting zijn de bruinige vochtplekken op de vergeelde muur duidelijk zichtbaar. Het belletje dat na het sluiten van de deur klingelde, zwaait verstild nog na. Verbaasd kijken broer en zus rond. Natasja heeft in een gebaar om steun opnieuw Haralds mouw gegrepen. Op de plankenvloer staan naast wat dozen nog eens twee handgesneden, kleurig beschilderde olifanten. Behalve enkele schamele meubelstukken is hier en daar wat spinrag de enige aankleding van de winkel . Het moet wel een winkel zijn, want achter in de gang staat de toonbank met een kassa. Een heel ouderwetse kassa, dat dan weer wel. Nog met cijfers die omhoogklappen in een glazen kastje en die Belgische franken aangeven. Het ding is prachtig bewerkt met krullen en heeft echte knoppen op steeltjes zoals een antieke typemachine. Een verkoper is niet te bekennen.

'Hallo? Volluk!' roept Harald.

Een dreigend gevoel bekruipt Natasja en ze pakt Haralds mouw steviger vast. Ze laat, op zoek naar de kettingen, haar blik glijden over de artikelen op het kussen. De kettingen kan ze niet meer zo vlug ontdekken. Plotseling knijpt ze Haralds arm bijna fijn. Ze kan een stom gilletje van schrik niet onderdrukken. Ze kijkt recht in het gezicht van een oude man! Een Aziatisch uitziende man, van wie ze niet kan beredeneren waar hij nou ineens zo snel vandaan komt, kijkt haar belangstellend aan. Heeft hij daar al die tijd al gestaan? Hij kan niet door de deur gekomen zijn, dan had het belletje wel opnieuw geklingeld. Zijn ze zo verdiept geweest in de koopwaar dat ze niet gezien hebben dat hij door de deur met de ruitjes is gekomen?

 © Leroy Skalstad

Harald voelt zich op de een of andere manier betrapt en haast zich stamelend de situatie uit te leggen. 'We, eh we zagen de deur opensta-'

Een beweging van het mannetje doet hem happend naar adem, stoppen. In de meest gerimpelde handen die Harald ooit gezien heeft, houdt de man de twee kettingen! De hangers bewegen zacht heen en weer.

'Hoe wist u-?' begint Harald, maar de oude Indiër, gekleed in een zwarte broek en zwarte mantel met een kap, loopt hen vooruit en stapt achter de toonbank. Broer en zus lopen aarzelend naar de toonbank. Dan legt de man de sieraden voorzichtig neer. Eerst de bedels die met een zacht tikje het hout raken en dan de kettingen. Haast liefdevol schuift hij met zijn wijsvinger de kettingen tot twee mooie rondjes. Hij kijkt hen verwachtingsvol aan en wrijft peinzend door zijn witte, stekelige baard.

Natasja, inmiddels van de schrik bekomen, bekijkt de Indiër. Alleen een tulband en een of andere daarop gestoken groene smaragd ontbreekt. Vragend, met haar wenkbrauwen hoog, kijkt ze de man aan: 'Mogen we ze pakken?'

Als antwoord schuift de man de beide hangers in hun richting waardoor de kettingen de vorm van tranen krijgen.

Zich neerleggend bij het zwijgzame gedrag van de man buigen ze zich over de hangers. Natasja's lange, zwarte haar valt langs haar gezicht. Ze veegt het gedachteloos achter haar oor. Van dichtbij zijn de hangers nog boeiender dan ze op het kussen hadden geleken. Zelfs in het slechte licht hebben ze een onwaarschijnlijk mooie glans. De hangers moeten inderdaad afgebrokkelde stukken muur voorstellen en de gaatjes blijken een piepklein raampje in de ene hanger en een poortje in de andere te zijn. Onweerstaanbaar aangetrokken tot de sieraden gaat haar hand naar die met het poortje. Toch pakt Natasja die met het raampje. Met een soort eerbied die ze niet kan verklaren, brengt ze hem tot vlak bij haar gezicht. De schakeltjes van het kettinkje kriebelen over haar vingers. Van heel dichtbij heeft het raam zelfs een vensterbankje en de oude stenen van de muur lijken werkelijk gemetseld. Voorzichtig legt ze hem terug en pakt de andere met de poort. Zodra ze hem oppakt, wil ze hem beschermen. Waartegen? Koesterend vouwt ze haar hand eromheen. Dat voelt goed. Ze opent haar hand en bekijkt het bedeltje nauwkeuriger en ontdekt dat het poortje een open deurtje heeft. Een trapje met twee treden maakt het geheel af. 'Deze is het ' fluistert ze. De hanger heeft iets mystieks en ze vindt hem schitterend. 'Deze wil ik.'

De oude man glimlacht nauwelijks zichtbaar. Een goedkeurend knikje, waarbij hij even zijn ogen sluit, valt Natasja ten deel. Hij pakt de andere ketting en steekt hem in zijn broekzak. Het uiteinde met het slotje blijft buiten de broekzak bengelen.

Bevreemd over de vastbesloten klank in haar stem en om zonder overleg over ongetwijfeld iets heel duurs alleen te beslissen, kijkt Harald haar aan. 'Natas, eh ?'

Geschrokken slaat ze de hand voor haar mond. 'O, sorry, eh, hoeveel kost ie, meneer?' vraagt ze beschaamd. Ineens realiseert ze zich dat ze aan geen enkel artikel een prijskaartje heeft gezien.

Voor het eerst spreekt de man. Het lijkt of zijn stem in geen jaren heeft hoeven te werken en krassend vraagt hij in het Engels met een Indiaas accent: 'Rishi, how much do you want to pay?'

Eer Natasja zich realiseert dat hij Engels praat, verstaat ze alleen de laatste drie woorden. Hoeveel wij wíllen betalen, vraagt Natasja zich in gedachten af en ze vermoedt dat de man hen niet begrijpt en zegt luid: 'Price?'

'How much is the golden gate worth to you?' vraagt de Indiër, haar vanonder zijn borstelige, witte wenkbrauwen aankijkend.

'Hoeveel die mij waard is?' herhaalt Natasja zijn vraag hardop. 'Eh, onbetaalbaar, eh priceless,' flapt ze eruit. Meer tegen zichzelf dan tegen de twee mannen zegt ze: 'Dit kunnen wij toch niet betalen.' Met een brok in haar keel legt ze de ketting voorzichtig terug op de toonbank.

Harald kijkt de man aan en vraagt in het Engels: 'Hundred euro?' Omdat de man niet reageert, meent Harald meer te moeten bieden. Het oude mannetje onderbreekt hem met een gebaar van zijn hand en zegt: 'The girl is right, it's priceless, but you can have it for free.'

 

 

Wat doet Natasja, denk je?
Neemt ze de ketting aan of niet? En wat zou jij doen?© Chantal Huijbregts

Keuze 1A. Een gratis ketting?

Keuze 1B. Een dure keuze.



Gehele site ©RoosBoum
*** Disclaimer ***